We spreken in de logopedie van ‘afwijkende mondgewoonten’ wanneer de mond-, tong- en lipspieren afwijkende bewegingen maken. Voorbeelden van afwijkende mondgewoonten zijn open- mondgedrag, afwijkend slikken (tongpersen) en duimzuigen. Er is een duidelijk verband tussen mondgewoonten en articulatie. Afwijkend mondgedrag heeft vaak een spraakstoornis tot gevolg, zoals slissen of lispelen. Ook heeft afwijkend mondgedrag in veel gevallen negatieve gevolgen voor je de stand van je gebit.
Omdat afwijkende mondgewoonten het evenwicht in de mond verstoren, gaan we tijdens deze therapie eerst aan de slag om dat evenwicht te herstellen. Afhankelijk van welke spieren niet voldoende of verkeerd getraind zijn, doen we oefeningen voor de mondmotoriek. Denk hierbij aan blaasoefeningen, lipoefeningen en leren klakken met je tong.
Bij afwijkende mondgewoonten kun je ook een afwijkende slik hebben aangeleerd. Hierbij drukt de tong tegen de tanden en dat heeft een negatief effect op de groei van tanden en kiezen. Kinderen met een afwijkende slik die voor een beugel bij de tandarts komen, worden eerst doorverwezen voor logopedie. Het verkeerd slikken blijft er namelijk voor zorgen dat de tanden en kiezen verkeerd groeien, het plaatsen van een beugel is dan zinloos. Daarom is het erg belangrijk dat er eerst een correcte wijze van slikken wordt aangeleerd.
Oromyofunctionele therapie is een vijftien weken durend programma om in relatief korte tijd opnieuw weer de ‘juiste manier’ van slikken en spreken aan te leren. Door het afleren van verkeerde gewoonten of reflexen en door het in evenwicht brengen van je mondspieren, verbeter je de stand van je kaken en je gebit. De vorm en functie van je kaken en gebit kunnen in samenwerking met je tandarts/orthodontist in veel gevallen weer hersteld worden.
Het gebruik van je kaken en je tong heeft invloed op de vorm ervan. Verkeerd gebruik van je spieren heeft een negatieve invloed op de vorm. Als we samen die oorzaak kunnen wegnemen, dan slaat orthodontie beter aan.